Een gevel of een schoorsteen voegen lijkt werk waar je een specialist voor nodig hebt. Maar het voegen van metselwerk kun je met wat tips ook prima zelf. Lees hieronder hoe je dat aanpakt.
Metselwerk zelf voegen: zo voeg je je gevel of schoorsteen
Waarom het voegen van metselwerk noodzakelijk is
De gevel of schoorsteen voegen doe je niet alleen voor het oog. Het voegen van metselwerk zorgt ervoor dat het metselwerk een hogere weerstand krijgt en stabieler is. De voegen zorgen er bovendien voor dat het regenwater beter afgevoerd wordt en het vocht niet in de stenen trekt.
Tip: wacht na het metselen minstens twee weken met het voegen van het metselwerk. Op deze manier voorkom je witte aanslag, krimp- en zetscheuren. Een bestaande gevel kun je voegen zodra je de oude voeg verwijderd hebt.
Hoe ga je de schoorsteen voegen?
Het voegen van metselwerk kan op verschillende manieren:
Borstelvoeg / kamwerk: deze voordelige voeg heeft een licht ruw oppervlak.
Doorgestreken voeg / platvol: deze voeg zorgt voor een glad en licht waterkerend oppervlak. De voeg zit gelijk met de voorkant van het metselwerk.
Glad verdiepte voeg: deze terugliggende voeg zit twee tot vijf millimeter achter het zichtvlak van de steen.
Glad licht verdiepte voeg: deze terugliggende voeg zit één tot twee millimeter achter het zichtvlak van de steen.
Knipvoeg: deze ambachtelijke voeg wordt vooral gebruikt bij monumentale panden en gevels. Het is een voeg (met een facetrandje) die zich buiten het zichtvlak van de steen bevindt. Je gebruikt er speciale mortel voor.
De gevel voegen doe je zo
Dit heb je nodig: borstel, voegmortel, spaarbord en voegspijkers.
Stap 1: maak de voegen in het metselwerk schoon. Verwijder vuil en stof met een droge borstel.
Stap 2: maak de voegmortel aan volgens de aanwijzingen op de verpakking. Als je er een bal van kunt kneden, heeft de voegmortel de juiste vochtigheid en stevigheid.
Stap 3: voeg eerst de horizontale voegen (lintvoegen). Dit doe je door de voegmortel op het spaarbord aan te brengen. Zet het bord net onder de voeg tegen de muur aan. Met de lange voegspijker druk je de voegmortel in de muur met strijkende bewegingen.
Stap 4: daarna voeg je de verticale voegen (stootvoegen). Dit doe je door bolletjes voegmortel met de hand in de voegen te drukken. Je kunt hierbij een korte voegspijker gebruiken. Borstel de muur met een zachte borstel na.
Stap 5: werk de voegen af op de manier die jij mooi vindt.
Stap 6: borstel de muur na met een droge borstel als de voegen zijn uitgehard.
Stap 7: benevel de voegen om ze sterker te maken en de kans op witte aanslag te verkleinen.
Tip: draag rubberen handschoenen tijdens het voegen en maak het gereedschap na gebruik direct schoon.
Hulp nodig?
Bij Hubo helpen we je de klus te klaren. Onze vakmensen staan voor je klaar met professioneel advies en hulp bij het vinden van de juiste materialen en gereedschappen. Meer tips of informatie nodig? Neem gerust contact met ons op of kom langs de Hubo bij jou in de buurt. We doen het samen.
