Dit heb je nodig: metalen staanders en liggers, rolbandmaat, blikschaar, leidingzoeker, schroeven, accuboormachine, waterpas, afbreekmes, gipsplaatschroeven en een gipsplaatbit.
Stap 1: meet de lengte van muur naar muur. Teken deze lengte op de metalen liggers af en knip ze op maat met een blikschaar.
Stap 2: schroef de liggers op de vloer vast. Gebruik om de vijfenzeventig centimeter een schroef. Vergeet niet om eerst met een leidingzoeker te controleren of er geen leidingen op deze plek in de muur lopen.
Stap 3: ga aan de slag met de staanders die tegen de muur komen. Knip ook deze met een blikschaar op maat en teken met behulp van een waterpas een loodrechte lijn op de muur. Zet de staanders in de vloerligger en schroef daarna de staanders tegen de muur.
Stap 4: plaats nu de losse staanders met de open zijdes naar elkaar toe. Het midden van de eerste staander moet op zestig centimeter van de wand zitten, omdat de gipsplaten zestig centimeter breed zijn. Ook de daaropvolgende staanders plaats je steeds met een hart-op-hart afstand van zestig centimeter. Controleer of ze loodrecht staan.
Stap 5: de gipsplaten snij je op maat door eerst de eerste laag karton door te snijden, vervolgens de plaat te breken en daarna de tweede laag karton door te snijden. De gipsplaten dienen een centimeter korter te zijn dan de afstand van de vloer tot het plafond.
Stap 6: plaats de gipsplaten tussen de staanders. Schroef de gipsplaten om de vijfentwintig centimeter met gipsplaatschroeven en een gipsplaatbit vast en schroef ook de tussenstaanders aan de liggers vast.
Stap 7: breng aan de andere kant van de wand eventuele elektraleidingen en / of waterleidingen aan. Ook eventueel isolatiemateriaal, zoals glaswol, kun je nu tussen de staanders klemmen. Gebruik hierbij werkhandschoenen.
Stap 8: plaats daarna de gipsplaten aan de andere kant van de wand. Vervolgens kun je de gipsplaten nog netjes afwerken.