Zelf je kruipruimte isoleren? Zo doe je dat!

Bij huizen gebouwd voor 1982 werden vloeren bij de bouw niet geïsoleerd. In de jaren daarna werden vloeren matig geïsoleerd. Vanaf 2000 worden vloeren goed geïsoleerd met meer dan 10 cm dikke isolatie. Het is zinvol om vloeren zonder of met een matige isolatie van minder dan 10 cm dik te verbeteren.

Begane grondvloeren kun je het beste vanuit de kruipruimte isoleren, als deze aanwezig is. Onder de vloer kun je met een dikkere isolatielaag werken dan boven de vloer. Hierdoor bespaar je meer energie. 

Isolatie aan de onderkant van de vloer levert een hogere isolatiewaarde op dan andere vormen van vloerisolatie, maar heeft nog andere voordelen. De kruipruimte is een plek waar veel vocht is. Dit vocht kan zich, zeker in de wat oudere woningen, weleens een weg door de vloer van jouw woning vinden. Grijp je niet op tijd in? Dan kan dit vocht uiteindelijk zorgen voor schimmels of zelfs voor waterschade.

Stappenplan kruipruimte isoleren met houten vloer:

In dit stappenplan leggen we uit hoe je de kruipruimte onder een houten vloer kunt isoleren met glas- of steenwol.

Benodigdheden
- Isolatieplaten van glaswol of steenwol met een isolatiewaarde van Rd 3,5 of hoger. Kies voor stugge isolatieplaten en niet voor isolatiedekens.
- PE-folie.
- Pluggen, spijkers en nylondraad.
- Optioneel: Buisisolatie, acrylaat of siliconenkit, isolatieband, houtvochtmeter en muisvrijrooster.

Bescherming
Bescherm jezelf! Gebruik tijdens het isoleren altijd handschoenen, een wegwerpoverall met lange mouwen, een veiligheidsbril en een stofmaster van type2. Zorg ook voor goed ventilatie. De vezels van het isolatiemateriaal kunnen namelijk zorgen voor jeuk aan de huid en irritatie van de luchtwegen.

1

Controleer de houtvochtigheid en ventilatie

Controleer voor je begint de houtvochtigheid van de vloer. Gebruik hiervoor een houtvochtmeter. Is de houtvochtigheid hoger dan 20 procent? Wacht dan met isoleren. Leg eerst dampremmende PE-folie (zie stap 6) op de bodem van de kruipruimte. Controleer de ventilatie van de kruipruimte en wacht tot de houtvochtigheid is gedaald. Doe je dit niet, dan sluit je vocht in tussen het isolatiemateriaal en de houten vloer. Hierdoor ontstaat het risico op houtrot. 

Zorg voor voldoende ventilatie van de kruipruimte. Per vierkante meter vloeroppervlak moet er 1 vierkante centimeter aan ventilatieopening zijn. Heb je bijvoorbeeld 45 m2 vloeroppervlak? Dan heb je in totaal 45 cm2 aan ventilatieopeningen nodig. Sluit ventilatieopeningen niet af. En werk de openingen af met een muisvrij rooster.

2

Gaten dichtmaken

Maak gaten waar leidingen door de vloer gaan en andere luchtlekken dicht met acrylaatof siliconenkit voor naden tot 10 mm. Of gebruik Compriband voor naden van 5 tot 20 mm of glas- of steenwol voor grotere gaten. Dicht ventilatiegaten niet!

3

Cv-leidingen isoleren

Isoleer ook cv-leidingen die door de kruipruimte lopen. Gebruik hiervoor buisisolatie. De leidingen voor warm water moet je juist niet isoleren. Dit in verband met het risico op legionella.

4

Isolatieplaten snijden bevestigen

Snijd isolatieplaten op maat af om ze tussen de vloerbalken te klemmen. Snijd ze ongeveer een centimeter breder dan de afstand tussen de balken. Zo blijven ze klem zitten en sluiten ze de vloer naadloos af. Bevestig de platen strak tegen elkaar, zodat er geen kieren ontstaan. Zorg ook dat ze strak aansluiten tegen de zijmuren. Vul kieren die ontstaan op met glaswol of steenwol. Snijd de platen op maat met een broodzaag of speciaal mes voor glas- of steenwolisolatieplaten. De vloerbalken zelf hoef je niet te isoleren, want hout isoleert ook.

5

Extra steun aanbrengen

Sla spijkers in de vloerbalken op 30 cm afstand. Weef onder de isolatieplaten het nylontouw in een zigzagpatroon om de spijkers. Zo kunnen de isolatieplaten ook op de lange duur niet naar beneden schuiven. Alternatief is om de spijkers net onder de isolatieplaten horizontaal in de vloerbalk te slaan. Sla de spijkers er half in, op 30 cm afstand van elkaar. Zo kunnen de isolatieplaten op de spijkers steunen. Je kunt de platen ook met latten en schroeven vastzetten. Dit is wel meer werk.

6

Folie aanbrengen

Verwijder bouwafval en scherpe voorwerpen uit de kruipruimte. Dek daarna de bodem van de kruipruimte af met dampremmende PE-folie. Daarmee houd je vocht uit de bodem tegen. Vouw de rand van de folie 10 cm dubbel. Zet de folie 20 cm boven de bodem op de muur vast met speciale pluggen. Het is het handigste als je een groot zeil voor je hele kruipruimte kunt gebruiken. Heb je meerdere zeilen nodig? Zorg dan voor 20 cm overlap tussen de zeilen en plak de naden af met klussentape. Vouw de rand van de folie 10 cm dubbel. Zet de folie 20 cm boven de bodem op de muur vast met speciale pluggen. Het is het handigste als je één groot zeil voor je hele kruipruimte kunt gebruiken. Heb je meerdere zeilen nodig? Zorg dan voor 20 cm overlap tussen de zeilen en plak de naden af met klussentape.

Heb je plassen in de kruipruimte? Leg dan op de bodem een speciaal folie dat kan drijven (zogeheten Mioteen KR4). Zet deze folie hoger op de muur vast, ruim boven het hoogste waterpeil. Ook als de kruipruimte nu helemaal droog is, kun je op de muren vaak de sporen zien van het hoogste waterpeil uit het verleden. Of leg eerst standaard noppenfolie (bubbeltjesfolie) en daaroverheen de PE-folie. De noppenfolie zorgt dat de PEfolie kan drijven. Zet de PE-folie hoger op de muur vast, ruim boven het hoogste waterpeil.

7

Kruipruimte isoleren

Vergeet niet om het kruipluik te isoleren. Anders kan er alsnog warmte via het luik ontsnappen. Maak kieren rond het kruipluik dicht met (EPDM- of EPT-) isolatieband.

Stappenplan kruipruimte isoleren met betonnen vloer

In dit stappenplan leggen we uit hoe je de kruipruimte kunt isoleren met isolatieschuimplaten.

Benodigdheden
- Hardschuim isolatieplaten
- PE-folie en bijbehorende pluggen.
- Montagekit geschikt voor isolatieschuimplaten en beton.
- Optioneel: Buisisolatie, acrylaat of siliconenkit, isolatieband, houtvochtmeter en muisvrijrooster.

1

Gaten dichtmaken

Maak gaten waar leidingen door de vloer gaan en andere luchtlekken dicht met acrylaatof siliconenkit voor naden tot 10 mm. Of gebruik Compriband voor naden van 5 tot 20 mm of glas- of steenwol voor grotere gaten. Zorg voor voldoende ventilatie van de kruipruimte. Per vierkante meter vloeroppervlak moet er 1 vierkante centimeter aan ventilatieopening zijn. Heb je bijvoorbeeld 45 m2 vloeroppervlak? Dan heb je in totaal 45 cm2 aan ventilatieopeningen nodig. Sluit ventilatieopeningen niet af. En werk de openingen af met een muisvrij rooster.

2

Cv-leidingen isoleren

Isoleer ook cv-leidingen die door de kruipruimte lopen. Gebruik hiervoor buisisolatie. De leidingen voor warm water moet je juist niet isoleren. Dit in verband met het risico op legionella.

3

Isolatieplaten bevestigen

Veeg de vloer aan de onderkant schoon en verwijder loszittend materiaal. Bevestig de isolatieplaten met montagekit aan de onderkant van de vloer. Breng montagekit aan op de isolatieplaat: een dot op de vier hoeken 7 cm van de rand en een dot in het midden. Druk de plaat met een schuivende beweging direct tegen de vloer. En druk deze vervolgens stevig aan bij de hoeken en in het midden. Bevestig de platen strak tegen elkaar. Er mogen geen kieren ontstaan. Zorg ook dat ze strak aansluiten tegen de zijmuren. Vul kieren die ontstaan op met acrylaatkit.

4

Folie aanbrengen

Verwijder bouwafval en scherpe voorwerpen uit de kruipruimte. Dek daarna de bodem van de kruipruimte af met dampremmende PE-folie. Daarmee houd je vocht uit de bodem tegen. Vouw de rand van de folie 10 cm dubbel. Zet de folie 20 cm boven de bodem op de muur vast met speciale pluggen. Het is het handigste als je een groot zeil voor je hele kruipruimte kunt gebruiken. Heb je meerdere zeilen nodig? Zorg dan voor 20 cm overlap tussen de zeilen en plak de naden af met klussentape. Vouw de rand van de folie 10 cm dubbel. Zet de folie 20 cm boven de bodem op de muur vast met speciale pluggen. Het is het handigste als je één groot zeil voor je hele kruipruimte kunt gebruiken. Heb je meerdere zeilen nodig? Zorg dan voor 20 cm overlap tussen de zeilen en plak de naden af met klussentape.

Heb je plassen in de kruipruimte? Leg dan op de bodem een speciaal folie dat kan drijven (zogeheten Mioteen KR4). Zet deze folie hoger op de muur vast, ruim boven het hoogste waterpeil. Ook als de kruipruimte nu helemaal droog is, kun je op de muren vaak de sporen zien van het hoogste waterpeil uit het verleden. Of leg eerst standaard noppenfolie (bubbeltjesfolie) en daaroverheen de PE-folie. De noppenfolie zorgt dat de PEfolie kan drijven. Zet de PE-folie hoger op de muur vast, ruim boven het hoogste waterpeil.

5

Kruipluik isoleren

Vergeet niet om het kruipluik te isoleren. Anders kan er alsnog warmte via het luik ontsnappen. Maak kieren rond het kruipluik dicht met (EPDM- of EPT-) isolatieband.